"Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft."
Johannes 3:16
Thema: Wonderen
God is een God van wonderen!
God doet wonderen in de schepping. Psalm 77:15 zegt:
"U bent de God die wonderen doet".
Verwachten wij dat er een wonder van opwekking gaat gebeuren in Den Bosch? Geloof je dat er een wonder van genezing zal gebeuren in je persoonlijke situatie? Mogen wij ook een verhoring van onze gebeden verwachten?
1. Wat zijn wonderen? Wat verstaan wij nu eigenlijk onder een wonder?
Definitie van wonder: Bovennatuurlijke gebeurtenis die door Goddelijke krachten wordt veroorzaakt.
Voor God is niets een wonder. Voor God is het dus niet moeilijk om iets te laten verlopen tegen de natuurwetten. Wat zijn natuurwetten? Een voorbeeld is de zwaartekracht. Wonderen worden in verband gebracht met het ingrijpen van God als een verbreking van de natuurwetten, waardoor iets geheel anders verloopt dan volgens de natuurwetten het geval zou moeten zijn. Die natuurwetten zijn door de Heere Zelf in de schepping gelegd en ze werken alleen door Zijn kracht.
Soms grijpt God in en doet Hij het nog anders. Dat is voor ons een wonder, maar voor God niet. Het is voor God niet moeilijk om het water van de Rode Zee even stil te laten staan en een pad te maken zodat het volk Israël veilig kon oversteken naar de overkant. In Genesis 18:14 zegt God tegen Abraham: "Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn"?
Wonderen gebeuren om de goddeloze te straffen, of om Israël te verlossen. Je ziet het bij de verovering van de stad Jericho (Jozua 6:12) en het 'stilstaan' van de zon in het dal van Gibeon (Jozua 10:12). Denk maar aan koning Hiskia. Die was ongeneeslijk ziek. Maar de Heere gaf hem nog vijftien jaar om zijn werk in Israël af te maken.
* Wonderen in de Bijbel hebben een bedoeling
Hoe je de wonderen in de Bijbel ook bekijkt, ze hebben altijd een doel. Soms doet God wonderen om de waarheid van de woorden van de profeten te bekrachtigen en te bevestigen. Ook tijdens het leven van de Heer Jezus en de apostelen gebeuren vele wonderen. Wonderen dienen ook als tekenen van het komende koninkrijk. Hebreeën 6:5 zegt dat de wonderen die gebeuren, dat zijn krachten van de komende wereld waar we alvast van mogen ‘proeven’. Die nieuwe wereld breekt aan als Jezus terugkomt. Dan zal het herstel van alle dingen plaatsvinden (Handelingen 3:21). Elke keer als God zijn Woord bevestigt met wonderen is dit een voorproefje van wat komen gaat: Het herstel van alle dingen.
Het wonder heeft dus een doel in de historie van de mensheid: Richtend, verlossend, onderwijzend.
2. Verklaren of geloven?
Hier in het westen waar de wetenschap hoogtij viert zijn wij op een punt gekomen dat de technologie sneller gaat dan wij als mens kunnen begrijpen. Het wetenschappelijk denken maakt dat het voor ons moeilijker is om in wonderen te geloven dan bijvoorbeeld vroeger voor Israël. Door het wetenschappelijk denken wordt de twijfel gezaaid in ons hart als het gaat om het bestaan van God, laat staan de almacht van God. Op school worden kinderen opgevoed met denkwijzen - rationeel denken - die hen leert om voor alles een verklaring te vinden. Rationeel denken dat wil zeggen dat je gebruik maakt van het menselijk denkvermogen. Je baseert je op feiten en kennis uit de wetenschap. Men moet het hebben van eerst zien om te geloven.
Moeten we eigenlijk wel proberen om de wonderen te verklaren? Trouwens, als je ze verklaren kunt, zijn het geen wonderen meer. God is God en wij zijn mensen. Wij zijn gebonden aan de natuurwetten, maar God niet. Het is helemaal niet nodig dat we Gods wonderen proberen te verklaren. Toen Mozes met zijn staf op de rots sloeg, kwam er water uit. Wetenschappers zouden beweren dat hij net een onderaardse waterader geraakt heeft, waardoor het water naar buiten spoot. De muren van Jericho waren gevallen door een aardbeving. Integendeel, het was God die deze wonderen precies liet gebeuren op die tijd en die plaats.
Wonderen kun je niet verklaren, wonderen zijn voor ons menselijk verstand nooit te begrijpen. Vergeet ook niet dat ons verstand door de zondeval verduisterd is en dat al onze kennis 'ten dele' is (zegt 1 Kor. 13). Ons eindig verstand zal nooit kunnen erkennen, dat God alleen wonderen doet. We leren dit alleen door het geloof. Hebreën 11:3 zegt: “Door het geloof weten wij dat het heelal door een woord van God gemaakt is, dat het zichtbare uit het onzichtbare is voortgekomen."
3. Gebeuren er wonderen tegenwoordig in Nederland vergeleken met het zendingsveld?
Deze vraag werd gesteld aan een zendeling Nelly van Kampen-Boot, die zendingswerk deed in Azie (inmiddels overleden): Hoe verklaar je dat wonderen en genezingen in het Westen veel zeldzamer zijn dan in Azie?
Christenen in Azië zijn minder teleurgesteld in God als het anders gaat dan ze zouden willen. Ze laten God zoals Hij is: Hij is vrij om te doen wat Hij wil. Hier in het Westen zijn we, ook in de kerk, in de ban van de maakbaarheid. Het moet allemaal lukken. Je gebruikt God voor jezelf, terwijl het in de Bijbel compleet omgekeerd is. We zijn daarin een product van een oplossingsgerichte cultuur, en zijn we niet meer in staat om te gaan met gebrokenheid en lijden. Als het even niet gaat zoals ik wil, wordt dat gelijk een levensgrote vraag en raken we teleurgesteld in God.
De kerk in Azië daartegenover gaat veel meer de weg van het kruis. Denk aan China, Indonesie, Birma. Men weet daar uit ervaring dat als je Jezus wil volgen je leven niet gemakkelijker maakt. Christenen in Azië verwachten gewoon dat ze om Christus’ wil vervolgd gaan worden. Je kunt erop rekenen, dus zorg dat je klaar bent. Iedereen gelooft dat het alleen maar beroerder wordt. Daarom hebben ze het besef dat je het zonder God niet redt.
Als je niet beseft dat je aan het front staat, verwacht je ook niet zo veel. Dan vind je genezing vooral fijn, omdat je moeilijk kunt leven met teleurstelling, lijden en gebrokenheid. Dan zijn wonderen een extraatje op je welvaartsleven. Dan zie je God vooral als een soort geestelijke EHBO, die jouw succes en gezondheid moet garanderen.
Genezingen en andere wonderen zijn voor Aziatische christenen net zo vanzelfsprekend als ziekte en dood. Dat is dagelijkse realiteit. Als ondanks veel gebed mensen toch sterven, dan maakt men daar totaal geen punt van. Zo van: Waarom doet God mij dit aan? Dat is echt een heel westerse reactie. De christenen in Azië leven vanuit het gegeven dat God vóór ons is, ongeacht wat er gebeurt. Bij ons moet God dat eerst nog maar eens bewijzen. Wij in het Westen hoeven niet zo nodig op God te vertrouwen, want het gaat zonder Hem ook wel aardig goed. En als het dan even niet goed gaat, heeft God het gedaan. Je hebt God niet nodig, maar dan ineens zeg je: maar nu moet Hij helpen. Hij moet helemaal niks!
4. Mogen wij ook voor vandaag een persoonlijke opwekking of wonderen verwachten?
Absoluut, wij mogen ook voor vandaag een persoonlijke opwekking verwachten als we ons geloof serieus nemen, de Here Zelf serieus nemen en Zijn Woord serieus nemen. Dat wonder van een opwekking mogen we ook verwachten voor onze eigen gemeente. Niet zo zeer de genezingen en andere wonderen, maar vooral de bekering en de hartsverandering van mensen.
Geloven wij in een wonder van een opwekking in Den bosch? Jazeker, maar op Gods tijd en manier. We moeten wel aanhoudend blijven bidden en waken (Ef. 6:18).
Opwekking is een herleving van het geloof, zodat het geloof méér wordt dan alleen een verstandelijk aannemen van fundamentele waarheden. Want een verstandelijk geloof is op zich beslist geen echt geloof! Opwekking bewerkt, zodat het geloof zich verdiept en dat komt door aanraking van de Heilige Geest. Dan wordt het van 'belijden' veel meer een 'beleven'.
* Genezing
Het christelijk geloof is een geloof met een kruis in het hart. Als lijden jou overkomt, dan is de vraag dus niet: Waarom moet mij dat overkomen? Maar: Hoe kan ik als een aarden vat de glorie (grootheid) van God weergeven?’
De schat in een aarden vat uit 2 Korinthe 4:7 wil zeggen: Het nieuwe leven in het oude lichaam. Dat betekent dat het vat gebroken zal moeten worden, de buitenkant zou geen rol van betekenis mogen spelen. Het aarden vat, de oude mens, moet uiteindelijk definitief verdwijnen.
Johannes 3:30: “Hij moet meer worden maar ik minder”
Genezing is niet los verkrijgbaar, dwz dat je alleen genezing zoekt zonder geloof. Als je erg bezig bent met genezing, moet je aan jezelf vragen: Ben je bereid om de hele weg te gaan, inclusief het kruis? Ben je bereid om je als volgeling van Jezus met je hele lichaam en ziel aan Hem toe te vertrouwen? Wil je je leven als een levend offer aan Hem geven?
5. Verhoorde en onverhoorde gebeden
Hoe gaan wij om met onverhoorde gebeden? Bestaan er onverhoorde gebeden? Ja en nee. Bidden is een onderdeel van je relatie met God. In een relatie kan een verzoek geweigerd worden, om welke reden dan ook. Van Mozes (beloofde land), Paulus (doorn in het vlees), ja, van Jezus (doodstrijd getsemane) zelf werd een gebed niet verhoord (Deut. 3:23-29; 2 Kor. 12:7-9; Mat. 26:36-46). Dat kan dan wel aanleiding zijn tot een geloofscrisis, zeker als datgene wat je aan God vraagt voor jou heel belangrijk is en je niet begrijpt waarom Hij je gebed niet verhoort. Wat kan bidden soms een worsteling zijn. Toch zal God met elk oprecht gebed iets doen. In die zin dat Hij jouw gebed ‘anders verhoort’. En laten we niet vergeten, er zijn gebeden die God altijd verhoort en dat zijn de belangrijkste! Bijvoorbeeld het gebed om de Heilige Geest (Luc. 11:10-13).”
Bill Hybels (voorganger) schreef in zijn boek ‘Te druk om niet te bidden’: “Als het gaat om de vraag waarom mijn gebeden niet verhoord worden, gebruik ik voor mij de volgende richtlijn”:
• Als de vraag fout is, zegt God: ‘Nee’.
• Als het tijdstip fout is, zegt God: ‘rustig aan’.
• Als ik fout ben, zegt God: ‘Je moet nog even groeien’.
• Als echter de vraag goed is, het tijdstip goed is en ik ‘goed’ (gehoorzaam) ben, dan zegt God: ‘OK’.
Een beetje kort door de bocht, maar hij heeft wel een punt.
Hoe lang gaan we door met bidden? Een gebed zonder end?
• Je bidt al zo lang voor je onbekeerde man of een van je kinderen
• Je bidt al zo lang voor een nieuwe baan
• Je bidt al zo lang voor de gezondheid van iemand van wie je zielsveelt houdt
• Je bidt al zo lang voor een opwekking in de gemeente
Onverhoorde gebeden. Ze staan zo in contrast met wat de Here Jezus in Lucas 11:9-10 zegt: “Bid en je zult ontvangen.”
Wie bidt is bezig met een geloofsavontuur! Er kunnen redenen zijn dat God je gebed niet verhoort. Er kunnen belemmeringen zijn voor onze gebeden, belemmeringen die God verhinderen om te verhoren:
• We belijden onze zonden niet, maar spelen daarmee verstoppertje voor God (Ps. 32, Jes. 59:1-2, Jak. 5:16).
• We dienen met ons gebed alleen maar onze eigen belangen (Ps. 66:18, Jak. 4:1-4).
• We willen niet leven naar Gods geboden (Ez. 14:1-5, 1 Joh. 3:21-23).
• We houden na verloop van tijd op met voor iets te bidden, we verslappen (Luc. 11:5-13, 18:1-8).
• We lijden aan ongeloof, aan gebrek aan geloofsvertrouwen (Marc. 11:20-24, Luc. 18:8, Jak. 1:5-8).
6. De duivel doet ook wonderen
De wonderen die Mozes verrichtte, dat konden de tovenaars van de farao ook (Ex. 7 – 8). Zoals jullie weten leven wij in een tijd van geestelijk verval en in de eindtijd zal het erger worden. De Bijbel laat zien dat de wetteloosheid de overhand krijgt en de liefde van de meesten zal verkillen. De Here Jezus stelt zelfs de vraag: "Zal er in die dagen nog wel geloof gevonden worden?" (Luc. 18:8).
Er komt zeker een soort van opwekkings wonder in de eindtijd! Een wereldwijde opwekking, maar een opwekking door 'een andere geest', de geest van de antichrist. Er zal wereldwijd een gebedsbeweging op gang komen (Openb. 13:8). Er zullen wonderen en tekenen geschieden, zoals de wereld dat nog nooit eerder zag (Openb. 13:13-14) en de hele wereld zal versteld staan. Men wordt verleid, juist ook vanwege de aantrekkelijkheid van de hoofdpersoon.
Hij lijkt op het Lam! Hij lijkt op de Here Jezus Christus. De televisie zal hem aan de wereld tonen en men zal zich over hem verbazen en hem nalopen. Hij wordt de bron van inspiratie in moeilijke tijden. Hij spreekt als de draak! (Openb. 13:11). Maar omdat men het Woord van God niet meer kent, ziet men het verschil niet. Het is een demonische prediking en heel de wereld hangt aan zijn lippen. Wat een drama!
7. Hangt ons geloof van wonderen af?
Eerst zien dan geloven? Toen God verbazingwekkende en krachtige wonderen verrichtte voor de Israëlieten, leidde dat toen tot hun gehoorzaamheid? Nee, de Israëlieten waren God voortdurend ongehoorzaam en kwamen tegen Hem in opstand, ondanks dat zij al deze wonderen met eigen ogen zagen. Dezelfde mensen die zagen hoe God de Rietzee in tweeën spleet, betwijfelden later of God wel in staat was om de inwoners van het Beloofde Land te verslaan. Jezus verrichtte talloze wonderen, maar toch geloofde het gros van de mensen niet in Hem. Als God tegenwoordig wonderen zou verrichten, dan zou hetzelfde gebeuren. Mensen zouden versteld staan en een tijdje in God geloven. Maar dat zou een oppervlakkig geloof zijn, dat meteen weer zou verdwijnen als er iets onverwachts zou gebeuren. Een geloof dat op wonderen is gebaseerd is geen volwassen geloof.
8. Conclusie
Gods wil en weg is anders. In Psalm 86:11 bidt David: "Wijs mij uw weg, HEER, laat mij wandelen op het pad van uw waarheid". Gods wegen zijn soms anders dan wij in gedachten hebben. Daarom bidden wij onder het voorbehoud van het "niet mijn wil maar de Uwe geschiede", zoals Jezus dat bad in zijn doodsstrijd in Getsemane.
God verricht nog steeds wonderen, maar het is echt niet zo dat we nog meer wonderen nodig hebben. Wat wij nodig hebben is het geloof in het wonder van een reddend geloof in Jezus Christus.
9. Het grootste wonder ooit!
God verrichtte het grootste wonder aller tijden toen Hij in de mens Jezus Christus naar de aarde kwam om aan het kruis voor onze zonden te sterven EN opgestaan uit de dood (Romeinen 5:8), zodat wij gered konden worden (Johannes 3:16).
De Heilige Geest draagt ons (altijd verhoord gebed)
Bidden om een wonder van genezing, opwekking etc, we mogen en kunnen dat doen, omdat God ons een belofte heeft gegeven. Jezus zegt in Lucas 11: “hoeveel te meer zal de hemelse Vader de heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden.”
Als je God zoekt in gebed, met de nood die er leeft in je hart, vervult Hij deze belofte wel altijd: Hij geeft ons Zijn Geest om het vol te houden. Dat is geen troostprijs. Nee, in de Heilige Geest komt God zelf je leven binnen, komt Hijzelf die situatie binnen waarvoor je bidt. Zijn hart klopt vol liefde en bewogenheid. Dat heeft Hij in de Here Jezus laten zien. Dan kun je verder. In de gebrokenheid komt Hij zelf. Hij draagt ons van binnenuit. Hij zegt tegen ons: Ik ben erbij. En dat is altijd een wonder, een verhoord gebed.
Amen!
Thema: Waarom heb ik een gemeente nodig (Hand. 2:41-43)
Heb jij je wel eens afgevraagd waarom je een gemeente nodig hebt? Er zijn mensen die wel iets met God hebben maar niets met de kerk. Misschien ken je mensen die best wel in Christus geloven, maar nooit naar de kerk gaan. Kan ik geloven in God zonder fysiek aanwezig te zijn in een kerkgebouw? Of Kan ik geloven in God zonder broeders en zusters om mij heen?
Er zijn landen in de wereld waar het niet toegestaan is in de God van de Bijbel te geloven. Je krijgt de doodstraf als je dat wel zou doen. In dat geval spreken we van geheime christenen. Kerkgebouwen zijn er al helemaal niet, dus al zou zo’n gelovige met anderen willen samenkomen, de mogelijkheden zijn heel beperkt. Soms komen twee of drie gelovigen stiekem bij elkaar, bijvoorbeeld in een kelder of op een geheime plek.
Wat een kerk of gemeente NIET is: De kerk is geen onroerend goed (gebouw) maar het samenkomen van gelovige mensen. Kerk zijn betekent met elkaar dingen ondernemen, praten en luisteren en natuurlijk de Bijbel lezen en bidden. Geloven in God zonder kerk, zonder andere gelovigen om je heen, kan je misschien een tijdje volhouden, maar het is niet de bedoeling. Gelovigen hebben elkaar namelijk nodig. Onze hemelse Vader heeft een plan met een ieder van ons.
Ontstaan van de eerste gemeente
In Matheus 16:18 kondigt Jezus aan dat Hij zijn gemeente zal bouwen:
“En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik [Jezus] mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.” (Mattheus 16:18).
Jezus begon met het bouwen van zijn gemeente op de Pinksterdag, door de Heilige Geest uit te storten over zijn discipelen. En door de prediking van Petrus en de andere apostelen ontstond op de Pinksterdag de gemeente van Jeruzalem. Hand. 2:41-43 NVB:
“Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed. De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag”.
De gemeente is het lichaam van Christus. Dat is de wereldwijde gemeente, waar iedere christen door de wedergeboorte lid van is. Colossenzen 1:18:
“En Hij (Christus) is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente…” (). Dus alle plaatselijke gemeenten bij elkaar noemt men de wereldwijde gemeente. Alle christenen samen, vormen het lichaam van Christus (1 Korinthe 12:27). En de eenheid van het lichaam van Christus is een eenheid van dat nieuwe leven. We delen allen in hetzelfde nieuwe leven dat wij van God hebben ontvangen. Het Griekse woord voor gemeente is “Ecclesia”. Ecclesia betekent: “De uitgeroepenen”. Dit woord geeft duidelijk aan, dat je uit de wereld geroepen bent in iets nieuws (de gemeente). Dit houdt zowel de universele gemeente als de plaatselijke gemeente in. Geestelijk gezien worden we een deel van de Gemeente (het Lichaam van Christus) wereldwijd. Praktisch gezien betekent dat, dat we een deel worden van een plaatselijke gemeente die midden in onze maatschappij staat en daar haar invloed uitoefent.
Waarom heb je een gemeente nodig, wat is het belang van de plaatselijke gemeente? Enkele punten:
• Je hebt de gemeente nodig om te volharden in het geloof
Gemeente is relatie. Het is erg lastig om in je eentje christen te zijn. Iedere christen heeft medechristenen nodig. Wanneer je regelmatig met andere christenen samenkomt is het veel makkelijker om te volharden in het geloof. Door ons aan te sporen en te bemoedigen helpen onze medechristenen ons om vol te houden en niet te verslappen of de moed op te geven.
• Je hebt de gemeente nodig voor je veiligheid
Een belangrijke taak van de voorganger en oudsten is om de gemeenteleden te beschermen tegen valse leer en dwaalleraars (Handelingen 20:28-30).
• Je hebt de gemeente nodig om effectief je geestelijke gaven in te kunnen zetten
“Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft…” (1 Petrus 4:10). We hebben geestelijke gaven gekregen om onze medechristenen daar mee op te bouwen. Ze zijn bedoeld om ingezet te worden in de gemeente ten behoeve van de broeders en zusters. Stel dat God je de gave van onderwijzen gegeven heeft. Een leraar die op zichzelf blijft, heeft niemand om onderwijs aan te geven. Als jij jezelf isoleert van andere christenen kun je niets doen met de gaven die God je gegeven heeft.
• Je hebt de gemeente nodig om geestelijk volwassen te worden en om te worden toegerust.
Efeze 4:11,12: “En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus” ().
God heeft in de gemeente leraren, herders en evangelisten aangesteld om de leden van de gemeente toe te rusten. Om God effectief te kunnen dienen heeft iedere christenen deze toerusting nodig.
Wat verwacht de Heer van de gemeente. De opdracht aan de gemeente:
De gemeente heeft een zeer speciale opdracht en doel. Want niets van wat God doet, is zonder een doel of bedoeling.
"Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aard" (Handelingen 1:8).
Wat is de opdracht die de gemeente krijgt:
1. God vereren in een wereld die opstandig is en ongehoorzaam aan God (Hebreeën 12:28, Efeze 2:21, 22)
2. Aan de geestelijke machten (tegenstanders) bekendmaken dat Christus overwinnaar is en dat hun heerschappij ten einde loopt (Romeinen 8:37, Efeze 3:10)
3. Aan de mensen in de wereld om ons heen, die God niet kennen, bekendmaken dat God hen wil redden. (Lukas 19:10, 2 Korinthe 5:18-19, 1 Thessalonicenzen 2:2).
4. Binnen de gemeente wordt de gelovige opgebouwd en klaar gemaakt voor zijn taak in deze wereld én de eeuwigheid. Efeze 4:12-16, 1 Korinthe 12:25-27. Dus vier aspecten: Aanbidding, Geestelijke strijd, Evangelisatie, Onderlinge toerusting. Het één kan niet zonder het ánder.
Houding en verwachting van de gemeente
In de Thessalonicenzenbrief lezen we wat de houding en verwachting moet zijn van de gemeente:
"Om de levende en waarachtige God te dienen en uit de hemelen zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus, die ons verlost van de komende toorn" (1 Thessalonicenzen 1:9, 10)
Uit onze verwachting, als gemeente, bepalen we onze houding. Verwachtten we niet dat de Heer Jezus terugkomt, dan zullen we daar naar gaan leven! Onze houding zal dan de houding zijn van de gemeente van Laodicea; niet warm en niet koud en we worden uitgespuugd! Kijken we vol verwachting naar Hem uit, dan zal onze houding en beloning zijn als de gemeente van Filadelfia, waarvan de Heer Jezus dan ook zegt:
"Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachtten, zal ook ik u bewaren voor de ure van de verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. Ik kom spoedig, houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon (= loon, rb) neme" (Openbaringen 3:10, 11).
Déze verwachting, dit bevel, namelijk, de Heer verwachtten, zal er toe leiden dat de gelovige die dit doet deel uitmaakt van de Gemeente, Zijn Lichaam.
Ons leven als een levend offer
Wat vraagt God van ons allemaal als gemeente? Hoe richt je dan samen het leven met Christus in, als christenen afkomstig uit heel verschillende culturen, verschillende achtergronden, verschillende karakters? Een bont gezelschap. Hoe zien we elkaar, wat verwachten we van elkaar?
Romeinen 12 geeft daarop een antwoord. Als je deze brief bestudeert dan zie je dat Paulus onderscheid maakt tussen het leven en denken in de huidige eeuw en in de toekomende eeuw. Alle leden van de gemeente hebben uiteraard te maken met het leven hier-en-nu. Maar voor wie in Jezus Christus gelooft, is de toekomst nu al begonnen. God heeft een nieuw begin gemaakt, in en door Jezus Christus. Wie in Hem gelooft, leeft anders, denkt anders, is anders, is een nieuwe schepping. Romeinen 12:2 NBV:
“U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is” ().
Romeinen 12 is een oproep. Dat we ons niet moeten laten bepalen door het hier-en-nu, maar door dat andere leven, een leven bepaald door de toekomende eeuw. En dat vraagt een verandering van denken, een nieuwe gezindheid, een geest die door de kracht van de Heilige Geest vernieuwd is.
Paulus gebruikt woorden als een nieuwe gezindheid, anders denken, ontdekken wat Gods wil is. Wij moeten de gezindheid (gedachten) van Christus hebben. Dit betekent dat wij het leven bekijken vanuit het oogpunt van onze Redder, met Zijn waarden en verlangens in onze gedachten. Denken zoals God denkt en niet zoals de wereld denkt. Het is een keus! Maar tegelijkertijd is dit het werk van de Heilige Geest, Die ons leven tot een heilig offer maakt. Hij vernieuwt, zuivert en reinigt van binnen. Zodat je vanuit je geestelijke natuur gaat leven!
Dat nieuwe leven dient als een offer. Ik moet het extra benadrukken: Je brengt geen offer, nee, je bent een offer. Je legt niet iets op het altaar. Maar je geeft jezelf! Dat gaat veel verder dan een offer brengen. Ons leven als reukoffer: Heilig en aangenaam voor God. Mens zijn, zoals God het heeft bedoeld. Samen het begin zijn van Gods nieuwe wereld. Jezelf als een levend offer in dienst stellen van God. Dat we leven als een offer voor God. Romeinen 12:1:
“Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.”
Ons gedrag
Romeinen 12. In dit Bijbelgedeelte zien wij drie belangrijke dingen:
1. liefde tot God (vers 11),
2. liefde tot elkaar in de gemeente (9-13) en
3. liefde tot mensen van buiten (onze collega’s, buren en zelfs onze vijanden).
Het thema dat de Heilige Geest ons aanreikt vandaag, is belangrijk. Het gaat over de gemeente. Over ons dus. Over hoe wij leven als christen en met elkaar omgaan. In Johannes 13:34-35 zegt Jezus namelijk tegen zijn leerlingen:
“Ik geef u een nieuwe gebod: zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt”.
Mensen van buiten (niet-gelovigen), want daar gaat het hier over, zullen aan de onderlinge liefde, aan hoe wij met elkaar omgaan, kunnen zien dat wij volgelingen van Jezus zijn. Waar kun je vandaag Jezus zien, waar kun je Hem ontmoeten? Daar waar gelovigen elkaar in Jezus naam lief hebben.
Christus is de bron (Rom. 12:9-21). Met andere woorden: De liefde van Christus is de bron. Omdat Hij ons liefheeft, kunnen wij ook elkaar liefhebben. Paulus gebruikt hier het woordje agape, de onvoorwaardelijke liefde van God, de liefde die alles verdraagt. Dus NIET eros (erotiek) en philia (menselijke vriendschap). Rom. 12:9-21 is meer dan een lijstje met regels waar we ons aan moeten houden, over hoe we ons dienen te gedragen. Dingen die we zelf moeten doen maar NIET met eigen kracht. Nee, we moeten het zien als een vrucht. Vrucht van een leven met Christus. Het komt voort uit onze omgang met Christus. Wij mogen de liefde van Christus ontvangen, persoonlijk en als gemeente, we mogen deze liefde naar elkaar uitdragen en ook naar buiten doorgeven. Romeinen 12 gaat dus over liefde als vrucht. Vanuit de verbondenheid met Christus worden we aangespoord vanuit deze liefde te leven, te handelen, naar elkaar om te zien. Een gezamenlijke opdracht dus.
Gezamenlijke opdracht
Wat Paulus in Romeinen 12 zegt, zegt hij niet tegen individuen, maar tegen de hele gemeente. Als gemeente zijn we samen verantwoordelijk voor wat God van ons vraagt. Als geheel. We kunnen het niet alleen. We mogen het niet alleen doen. We zijn geroepen om het samen te doen, elkaar aan te sporen en te stimuleren. Als broeders en zusters. Als mensen die met Christus verbonden zijn. Drie opdrachten:
1. Liefde tot God (vers 11)
Dat is de verticale liefde. Het is goed om daarmee te beginnen. Vers 11:
“Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van Geest. Dien de Heere.” Tegenover traagheid in het geloof, zet de apostel het vurig zijn van geest. Letterlijk staat er: “wees kokend van geest”. Het gaat om een vurigheid, een enthousiasme om de dingen van God te doen. Maar zoals dat gaat, wij zijn lekkende vaten. Daarom zegt Paulus ook, dat we de schat in aarden vaten hebben. Aarden vaten zijn erg breekbaar. Wij zijn zwak. Wij raken de vurigheid gemakkelijk kwijt.
Dan heb je het nodig dat God je hart weer in vuur en vlam zet voor Hem. Dat is de enige manier om het vol te houden. De liefde moet dus gevoed blijven. Hoe? Ons door de Geest te laten vullen. Hij zal door de Geest de vlam van het geloof en van de liefde weer harder laten branden. Alleen als we verbonden blijven met Christus, gericht zijn op Hem, zal de Geest blijven stromen in ons leven. Hij zal ons helpen te doen wat God van ons vraagt.
2. Liefde tot elkaar (vers 9-13)
Laat je liefde oprecht zijn. Letterlijk: Niet doen alsof. De gemeente is bij uitstek de plek waar je karakter gevormd wordt. Niet om elkaar af te branden, maar om op te bouwen! De gemeente waarvan je deel uitmaakt. De zusters en broeders die op je pad komen. Liefhebben betekent dat je het met elkaar uithoudt en volhoudt. Je hebt elkaar niet uitgekozen, maar je bent wel aan elkaar geschonken. Vandaar het woord broederliefde (Filadelphia). De gemeente als een familie, waarin je weet van elkaars zwakheden, waar je op de hoogte bent van elkaars zorgen, maar waarin je ook trouw bent aan elkaar, ondanks teleurstellingen, ondanks alles. Hoe je het wendt of keert, ‘t is toch je broer of zus. Daar heb je soms ruzie mee, maar je legt het ook weer bij. Paulus zegt daar iets belangrijk over in Rom. 12:10:
“Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf”. Zo ga je met elkaar om.
3. Liefde tot anderen (mensen van buiten) (vers 14-21)
“Zegen wie u vervolgen (14), vergeld niemand kwaad met kwaad (17), wreek uzelf niet (19) en overwin het kwade door het goede (21)”. De gemeente is een minderheid en wordt lastig gevallen met pesterijen, vervolging en tegenwerking. Reageer met een tegenovergestelde houding. Zegen in plaats van vloek. Waarom? De gemeente zou innerlijk verzwakken als zij de houding van de wereld over neemt door te vergelden, schelden, geweld gebruiken. Dat zou in feite het einde betekenen van de gemeente.
Aan de slag
Betrokkenheid en toewijding in de gemeente betekent veel meer dan dat je naam op de ledenlijst staat. Gezegend worden en anderen zegenen. Reden genoeg om jezelf en anderen aan te moedigen om lid te willen zijn van een plaatselijke gemeente. Eigenlijk is christen-zijn heel eenvoudig te omschrijven: Dat wij niet voor onszelf leven maar voor God en dat wij onze naaste liefhebben. Je naaste, dat is je broeder en zuster (de aardige en ook de onaardige, degene met wie je het eens bent en ook degenen met wie je het oneens bent). Je naaste, dat is ook de vijand. De mensen die je tegenwerkt, die je in de weg zit. Laten we God boven alles en onze naaste liefhebben zoals Christus ons heeft liefgehad.
Gemeente zijn betekent ook dat je de verantwoordelijkheden op je wilt nemen. Want het lichaam (gemeente) van de Heer Jezus kan alleen dán functioneren als de leden elkaar erkennen en zeggen tegen elkaar "ik heb jou nodig". Kunnen we dat tegen elkaar zeggen ondank alles? Amen!
Thema: Eenheid en verbondenheid
Toen Jezus in de tuin van Getsemane stond en Zijn laatste woorden sprak, was dit een gebed. Zijn laatste woorden voor Zijn lijden en sterven waren een gebed voor jou en mij! Johannes 17:20-21 (NBG):
“En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt”.
Opdat zij allen één zijn
Een groot verlangen dat Hij kenbaar maakt aan Zijn Vader. Waarom bidt Hij voor ons een gebed voor eenheid? Jezus weet welke zware tijden ons te wachten staan, Hij weet dat in de laatste dagen de liefde en de eenheid zal afnemen. Hij weet dat de grootste strategie van de duivel (de vader van de leugen) verdeeldheid zaaien is. Hij weet dat de duivel er alles aan zal doen om de gemeente - het beeld van de eenheid van God - te vernietigen. De eenheid tussen christenen te verbreken. Jezus weet dat de strijd hevig zal zijn.
Eenheid
Vandaag wil ik samen met jullie nadenken over eenheid en verbondenheid. Waarom dit thema zo belangrijk is, en welke houding dit van ons vraagt. Het doel van dit thema is om als gemeente te bekijken hoe een ieder actief kan bijdragen aan de eenheid in Christus en om hier ook actief keuzes in te maken. Nog concreter hoe we aan die eenheid kunnen werken, wat we daar heel gericht aan kunnen doen. Hoe staan wij eigenlijk tegenover dit thema? Hoe kunnen wij aan de slag met dit thema? Samen één zijn. Efeze 4:1-3 (HTB):
“Ik zit gevangen omdat ik de Here dien, en vraag u dringend te leven zoals past bij mensen die door de Here geroepen zijn. Wees nederig en vriendelijk, heb geduld met elkaar en verdraag elkaar vol liefde. Doe uw uiterste best de eenheid te bewaren die de Heilige Geest onder u tot stand heeft gebracht, door in vrede met elkaar te leven”.
Wat is eenheid. Wat bedoelt Paulus nu met eenheid in dit Bijbelgedeelte? Ligt deze eenheid in het samen dragen van een uniform zoals bij het Leger? Ligt de eenheid in de wijze waarop wij de eredienst invullen, de wijze waarop wij het avondmaal vieren, de wijze waarop wij dopen?
Laten wij eens nader gaan onderzoeken wat het woord eenheid betekent en wat God in Zijn Woord daarover te vertellen heeft. Eenheid in Efeze 4:3 komt van het Griekse woord “henotes”, wat betekent eenheid van gedachten, gevoelens, doel! In het Nieuwe Testament komt dit woord twee keer voor:
- Efeze 4: 3 De eenheid van de Geest
- Efeze 4:13 De eenheid van het geloof en van de volle kennis van de Zoon van God
Wanneer we willen begrijpen wat de eenheid van de Geest in vers 3 is, hebben we feitelijk maar één tekst waarmee we het kunnen vergelijken nl. vers 13. De eenheid van de Geest kunnen we daarom niet los zien van geloof en kennis. Geloof en kennis zijn geen uiterlijke zichtbare zaken, maar geestelijke dingen. Wanneer we dus de eenheid van de Geest zoeken in uiterlijke zaken, zullen we vroeg of laat verdeeld raken dan verbonden met elkaar. We hebben de gaven van Christus nodig: Apostelen, profeten, herders, leraars en evangelisten om de eenheid van de Geest te kunnen bewaren en te komen tot de eenheid van de volle kennis van de Zoon van God (vers 13). Dan zullen wij niet meer onvolwassen zijn in ons geloof en niet meer heen en weer geslingerd door allerlei leringen die heel vaak te maken hebben met zichtbare zaken. D.w.z. wanneer we niet weten wat christelijke eenheid inhoudt dan zullen we er niet naar jagen en zullen we niet komen tot die volle wasdom (groei).
Waarom deze eenheid?
Een van de belangrijkste eigenschappen van God is Zijn eenheid. Nergens is er zo’n grote eenheid dan in God zelf. Er bestaat een volmaakte eenheid tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en God verlangt ernaar dat ook wij één zullen zijn, net zoals Hij één is. Daarom roept Paulus ons op om de eenheid te bewaren. Wat is deze eenheid van de Geest? (vers 3) Er is maar één Vader, Zoon en Heilige Geest. De eenheid die de Heilige Drie-eenheid heeft, is de basis van onze eenheid.
In de Bijbel is eenheid niet het sluitstuk van ons geloofsleven, maar het begin. “Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen” (Efeze 4:20 NBG). Wil dus zeggen dat ons leven als kind van God niet hetzelfde kan blijven. Wat verwacht God dan nu van óns? Welke kant moeten wij op, nu Hij ons heeft gered? Samen één zijn! Dát is de weg waarop je vanaf nu moet gaan. Eenheid is niet het sluitstuk van ons nieuwe leven, maar het begin. Vandaar die dringende vraag van Paulus om déze weg met elkaar te gaan. Daar worden we op voorbereid, daarvoor heeft Gód ons in de startblokken gezet. Samen één zijn - hoe werken wij daaraan? En welke houding dit van ons vraagt?
In de gemeente van Jezus Christus, moeten we deze les opnieuw leren. Want het gaat niet over een organisatorische eenheid, bedacht door mensen, waarbij compromissen gesloten worden. Nee, dit soort van eenheid is namaak. De eenheid waarover het Nieuwe Testament spreekt, is de eenheid die de leden van het Lichaam van Christus met elkaar hebben, met Christus als hun Hoofd - een organische eenheid, en niet een organisatorische.
Het sluit degenen buiten die niet bij het lichaam van Christus behoren, zelfs als ze het etiket "christelijk" hebben. Er kan geen gemeenschap zijn tussen de levenden en de doden. Degenen die levend gemaakt zijn in Christus, door wedergeboorte, kunnen hun geestelijke eenheid alleen delen met anderen die op dezelfde wijze zijn vernieuwd door God. Christelijke eenheid komt tot stand door de Heilige Geest, Die de enige is, die ons leden van het Lichaam van Christus kan maken. De Bijbel spoort ons daarom aan om ons te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede (Efeze 4:3). Elke eenheid die door de mens is gemaakt is waardeloos.
Wat hebben christenen met elkaar gemeen?
Efeze 4:4-6 geeft een opsomming van datgene wat wedergeboren christenen met elkaar gemeen hebben:
• Eén lichaam: Deel van het éne lichaam van Christus
• Eén Geest: De inwoning van de Heilige Geest
• Eén hoop: De opstanding, de wederkomst van Christus
• Eén Heer: De Heer Jezus als meester
• Eén geloof: Het evangelie, de boodschap van de bijbel
• Eén doop: De waterdoop
• Eén God en Vader
Dit zijn de zeven elementen van eenheid: Eén lichaam, één Geest en één hoop, één Heer, één geloof en één doop, één God en Vader. Bij deze elementen gaat het om de eenheid van de Geest. Deze elementen zijn dus geestelijke zaken. Wanneer we kijken in de Bijbel naar de relatie die de Vader, de Zoon en de Geest hebben dan valt het ons op hoeveel eerbied en respect ze voor elkaar hebben. Nergens breken ze elkaar af. Nergens lezen we dat Jezus het scheppingswerk van de Vader afkeurt. Nergens vinden we kritiek van de Vader op het verlossingswerk van de Zoon. Integendeel, de Vader kijkt vol bewondering naar Jezus en zegt: “Dit is Mijn Zoon, Mijn geliefde in wie Ik een welbehagen heb” (Math. 3:17). De Zoon zegt van de Vader: “Ik ben gekomen om de wil van de Vader bekend te maken, niet voor Mezelf, maar voor Hem” (Joh. 6:38). De Geest zegt: “Ik ben er om de Vader en de Zoon te verheerlijken” (Joh. 16:14). Het geheim van de goddelijke eenheid is de onderlinge eerbied en respect. Laten ook wij elkaar hoogachten. Laten ook wij elkaar respecteren en bemoedigen in plaats van elkaar af te breken.
Valkuilen
De satan is een sluwe vijand en hij beseft dat hij een christelijke gemeenschap die één is en leeft onder het gezag van Christus niet kan overwinnen. Zijn strategie is dus om te beginnen met het zaaien van tweedracht, zodat hij ieder individu apart kan verlammen. Maar Jezus zei dat de machten van de hel niet in staat zullen zijn om Zijn gemeente te overwinnen (Math. 16:18). Het is de gemeente, het Lichaam van Christus, waaraan de overwinning is beloofd in de strijd tegen de satan.
Vandaag kan de duivel de opgestane Christus niet meer aanvallen. Daarom valt hij de gemeente aan, daarom probeert hij continue de leden te isoleren, of om de gemeente in kliekjes te verdelen. Op die manier bereikt hij zijn doel. De satan overwinnen is mogelijk, als we als Lichaam van Christus in eenheid met elkaar leven, als een Lichaam waarvan onze Heere Jezus het Hoofd is. Daarom moeten we voortdurend op onze hoede zijn, tegen de listen van de duivel. We leven in spannende tijden. De wederkomst van de Heer Jezus is aanstaande. En zoveel mensen kennen Hem nog niet als hun Heiland en Verlosser. Ondertussen vechten we ons soms kapot in onze eigen gemeente. Dat kan toch nooit Gods bedoeling zijn? Ik las onlangs een artikel in het Reformatorisch Dagblad: “Kerkmensen zijn uitstekende ruziemakers”. “Meningsverschillen in kerkelijk Nederland kunnen hoog oplopen. Omdat de onderlinge verbondenheid groter is, is de ruzie vaak ook heftiger”.
Wat zijn valkuilen bij meningsverschillen?
Eén van de valkuilen is als je gefocust bent op je standpunten en daar argumenten bij zoekt. Dat daagt de ander uit om het ongelijk aan te tonen met andere argumenten. Dat kan snel tot ruzie leiden: Wie wint? Veel beter is om te vragen naar het belang van de ander: Wat maakt dit zo belangrijk voor je? Dan zul je zien dat jouw opvattingen toch veel overeenkomsten vertonen met die van de ander.
Hoe op een goede manier om te gaan met verschillen?
Leren omgaan met verschillen en geschillen die er zijn in de gemeente, is een uitdaging en vraagt om inzet veel gebed van iedereen. Het heeft heel veel te maken met onze geestelijk groei. Romeinen 15:1 zegt hoe sterker we worden, hoe meer we ook verdragen kunnen. Verschillen mogen er zijn. Belangrijk is om daar op een geestelijke manier mee om te gaan. Waar zoveel mensen samenkomen van verschillende achtergronden ontstaan soms wrijvingen, want christenen zijn ook gewoon mensen. Vanwege al die verschillen kunnen meningsverschillen of misverstanden gemakkelijk ontstaan.
Een goede test is of jij jouw standpunt over kan geven in Gods handen, omdat God weet wat goed is. Kunnen we het overgeven of is het óns project? Soms denken mensen te strijden voor de gemeente, maar voor je het weet, ontstaat er verdeeldheid. We moeten stoppen om ons als God op te stellen, maar vragen hoe we elkaar tot nut kunnen zijn. God wil namelijk de verschillen die we met elkaar hebben, gebruiken om aan ons karakter te werken. Het is een proces van verandering en daarvoor gebruikt God alles wat op onze weg komt. Romeinen 8:28: “..En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede..”
Meningsverschillen worden pas schadelijk voor de gemeente, wanneer ze uitlopen op persoonlijke conflicten, waardoor we niet meer kunnen functioneren in het lichaam van Christus, niet meer samen heilig Avondmaal kunnen vieren, niet meer samen bidden en evenmin samen werken voor God.
Conflicten zijn van alle tijden
Laten we vooral niet denken dat conflicten alleen maar van deze tijd zijn, we lezen er ook over in de brieven die apostel Paulus schreef aan de verschillende gemeenten. Over het wel of niet eten van offervlees (Rom. 14) of over de plicht om de sabbat te vieren of over de noodzaak van de besnijdenis.
Elkaar aanvaarden
Paulus leert ons het volgende, namelijk: “Aanvaard elkaar tot eer van God, zoals Christus ons aanvaard heeft” (Rom. 15:7).
• Ook al zijn we het ernstig oneens met elkaar, toch is het onze opdracht elkaar te aanvaarden als kinderen van dezelfde Vader. Dat houdt in: Liefhebben, vooral veel vergeven, accepteren, barmhartig zijn en heel erg geduldig.
• Christus heeft ons het goede voorbeeld gegeven, “zoals Christus ons aanvaard heeft” (Rom. 15:7). De Heer heeft ons lief, ondanks onze tekortkomingen. Hij keurt onhebbelijke gewoontes niet goed, maar we mogen hoe dan ook Zijn kind zijn.
• Elkaar lief hebben betekent juist dat we elkaar hoogachten in plaats van elkaar minachten, elkaar accepteren in plaats van elkaar afwijzen, elkaar opbouwen in plaats van elkaar afbreken. Met elkaar rekening houden in plaats van met elkaar afrekenen, elkaar ruimte geven in plaats van elkaar klemzetten. Elkaar vasthouden in plaats van elkaar loslaten, elkaar vergeven in plaats van elkaar vergelden, elkaar erkennen in plaats van elkaar miskennen.
Samenbinden
Wat bindt ons samen. We worden gewaarschuwd om zuinig te zijn op de eenheid, omdat die eenheid zomaar kan verdwijnen. Jij en ik worden geroepen om ons niet te richten op de onderlinge verschillen, maar op hetgeen dat ons samenbindt: Jezus Christus.
Omdat in Christus wij gerechtvaardigd zijn, mogen we worden wat we in Hem al zijn. Kind van God, deel van Zijn familie, onderdeel van het Lichaam. God roept jou om wie jij bent, juist omdat je uniek bent mag jij meebouwen aan Zijn gemeente. Niet op je eigen fundament, maar op Jezus, de hoeksteen. Hij is het fundament! De liefde en de vrede van Christus, de lijm die de leden van het lichaam samenbindt. De liefde werpt haar vruchten af: Nederigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, innerlijke ontferming, goedheid, geduld en het vergeven van elkaar, zoals Christus ons vergeeft. Dit zijn ingrediënten in het recept van de eenheid.
Hoe kunnen wij de eenheid van de Geest bewaren?
In Efeziërs 4:1-6 zegt Paulus: "Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig de roeping, waarmede gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen, en u te beijveren de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop van uw roeping, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen". Christenen zijn tot vrede geroepen in het ene lichaam van Christus.
De eenheid moet onderhouden worden
Wij moeten de eenheid van de Geest bewaren. De christelijke eenheid is een geschenk van God dat wij moeten onderhouden, beschermen, bewaren. Het bewaren is een uitdaging. Bewaren is niet zoeken naar wat nog niet is, maar behouden wat reeds een bezit is. We moeten ons beijveren de eenheid van de Geest te bewaren. Beijveren kan ook vertaald worden met “haasten”. Dat betekent dat we snel ons best moeten doen om de eenheid van de Geest te bewaren. Dus m.a.w. eenheid krijg je niet zomaar vanzelf, het komt niet aangewaaid, het vraagt moeite en inspanning. Stel jezelf deze vraag: Span ik mij in voor de eenheid van mijn gemeente? Ben ik voldoende ijverig om de eenheid in mijn gemeente te bevorderen? Laten we er met elkaar voor waken dat de eenheid in de gemeente bewaard wordt en wanneer er verdeeldheid is laten we dit dan ook onmiddellijk goed maken opdat de duivel geen invloed kan uitoefenen binnen de gemeente!
Gebed van Jezus (Johannes 17:20-24)
Jezus bidt dat wij één zullen zijn opdat we op Hem zullen gelijken en ook met Hem één zullen zijn. En weet je wat er dan zal gebeuren? Dan zal de wereld Gods liefde zien door ons heen.
Afgezien van het feit dat het sterven van Jezus Christus, verlossing en verzoening tot stand heeft bracht, was Zijn sterven ook noodzakelijk om de “verstrooide” kinderen van God tot één te vergaderen (Johannes 11:50). Hoeveel te meer zouden we moeten beseffen, om ernst te maken met het bewaren van die eenheid.
Belofte
In Johannes 17:24 (NBG) geeft Jezus ons een geweldige belofte: “Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om Mijn heerlijkheid te aanschouwen”.
Jezus bidt dat we eens en voor altijd bij Hem mogen zijn om Zijn heerlijkheid, liefde en eenheid te aanschouwen. Jezus bidt, dat we vanuit Zijn kracht elkaar zullen liefhebben om dan uiteindelijk voor eeuwig bij Hem te zijn. Wat geweldig! Wat een vooruitzicht te mogen weten dat we eens een volmaakte eenheid zullen mogen vormen met Jezus die waarlijk van ons houdt! Wat een geweldige belofte dat God in mijn zwak en zondig hart wil werken vanuit Zijn oneindige liefde.
Waardig onze roeping bewandelen
Het thema van vandaag daagt ons uit. Het kan ook verontrustend en confronterend zijn. Alles bij elkaar, maakt dat dit onderwerp niet onderschat mag worden. Laten wij allemaal de Christelijke EENHEID de volle aandacht geven, die het verdient. Nog iets, Paulus vermaant ons waardig onze roeping te wandelen. Onze wandel, onze levenswijze in Christus moet waardig zijn.
“Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig de roeping, waarmede gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen, …” (Efeze 4:1-3).
Hoe is dat bij ons?
Misschien kennen we onze roeping ook niet voldoende en mogelijk kennen we onze geestelijke schatten – zegeningen – zó weinig, dat het ons niet zoveel doet. We zijn veel meer bezig met onze aardse schatten, met het ‘hier en nu’, dat dit ten koste gaat van onze medebroeders en zusters en daardoor ook ten koste van de waarheid.
Wij moeten onderwezen worden om het daarna in praktijk te brengen. De Heilige Geest gaat ons niet onderwijzen over iets wat wij niet in praktijk kunnen brengen. We hebben allen dezelfde Geest ontvangen en kunnen begrijpen wat Hij tot ons wil zeggen. In overeenstemming daarmee behoren wij “waardig” te wandelen. Dat betekent dus in alle nederigheid en zachtmoedigheid met lankmoedigheid elkaar in liefde verdragen. Dan zouden we meer voldoen aan de wens van God om ‘waardig’ onze roeping te wandelen.
Tot slot
Het plan van God is Christus te openbaren, door de gemeente. Te midden van een wereld vol onopgeloste problemen heeft de gemeente het antwoord: Jezus Christus. Efeze 3:10 zegt: “Opdat thans door middel van de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden.”
Inderdaad “de veelkleurige wijsheid van God”. Veelkleurig betekent hier veelzijdig, in die zin dat het slechts uitgedrukt kan worden door de diversiteit en verbondenheid van een gemeenschap. Op de gemeente rust de verantwoordelijkheid om dit heerlijke feit te verkondigen, niet slechts met woorden, maar door haar eigen ervaring.
Om de veelkleurige wijsheid uit te dragen is geestelijk kennis nodig. Groeien door het juiste geestelijk voedsel te eten. Een goed en uitgebalanceerd voedselprogramma is nodig, op elk vlak van het gemeenteleven. Daarom hebben wij versterking gekregen. Anders blijft de Gemeente geestelijk een peuterzaal waarbij de gemeenteleden alleen maar druk met zichzelf zijn. Geslingerd worden door allerlei onzin dat we niet aan die veelkleurige wijsheid toe komen, hoe zullen we dat aan de wereld kunnen bekendmaken als de eenheid ontbreekt. Wij moeten ons naar uitstrekken en verder groeien met als doel, straks Christus te aanschouwen in alle eenheid.
Een Gemeente die deze opdracht kent, belijdt de eenheid, beoefent de eenheid, strijdt voor de eenheid, is bereid te lijden voor de eenheid. Eenheid ontstaat als we verscheidenheid erkennen, als we ondanks onze verschillen afgestemd zijn en blijven op het Hoofd, dat is Jezus Christus.
Amen!
Thema: Hoop
Iedereen hoopt weleens ergens op. Op mooi weer tijdens de vakantie, op een overwinning van je voetbalclub of op een goede afloop van een zware operatie. “Ik hoop dat de trein op tijd komt” of “Ik hoop dat het vliegtuig veilig landt”. In al deze voorbeelden zit echter een bepaalde mate van onzekerheid. Het is niet zeker dat de trein op tijd komt of dat het vliegtuig veilig landt.
Twijfel over de toekomst of onzekerheid over de afloop zijn niet de kenmerken van de Bijbelse hoop. Bijbelse hoop is niet een onzeker verlangen naar iets goeds in de toekomst. Maar wat is hoop? Hoe spreekt de Bijbel over hoop en wat zijn de gevolgen daarvan voor ons leven? De definitie van Bijbelse hoop is: Het in vertrouwen verwachten en verlangen naar het goede in de toekomst. Hoop op God is niet je vingers kruisen en het beste er maar van hopen.
In de Bijbel lees je over een ander soort hoop: De hoop dat ondanks alles wat ons overkomt, ons leven NIET uit Gods hand valt. In 1 Korintiërs 13:13 legt Paulus een verband tussen hoop, geloof en liefde. Hij vertelt dat de belangrijkste van deze drie, de liefde is. Maar dat betekent niet dat geloof en hoop onbelangrijk zijn. Liefde helpt juist om te geloven en te hopen (1 Korintiërs 13:7).
Hopeloosheid is een van de meest trieste situaties in een mensenleven, miljoenen mensen op deze wereld vandaag zijn wanhopig. Maar God zij dank, jij en ik hoeven niet zonder hoop te zijn! De echte hoop, zoals de Bijbel laat zien, geeft ons een compleet nieuw zicht op het leven. Gods woord zal je helpen begrijpen wat hoop is, hoe belangrijk het is, en bovenal hoe je het kunt krijgen. Paulus introduceert dit thema in 1 Korintiërs 13:13:
“Kortom, er zijn drie dingen die blijven: geloof, hoop en liefde. Maar de liefde is het voornaamste..” (HTB)
Drie grote geestelijke realiteiten van het christelijk geloof, die voor altijd zullen blijven: Geloof, hoop en liefde.
Een gelukkige hoop
De hoop waaruit wij leven is een gezegende hoop. Dit komt omdat wij in vertrouwen verwachten en verlangen naar het goede in de toekomst. Romeinen 15:13:
"De God nu van de hoop moge u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u overvloedig bent in de hoop, door de kracht van de Heilige Geest". (HSV)
Hoop hoort bij het leven en strekt zich uit naar de toekomst! Hoop is wat een mens nodig heeft in het leven. Hoop doet leven. Als wij om ons heen zien in de wereld van vandaag, constateren wij dat er veel hopeloosheid is. Er zijn veel mensen, die geloven in de levenskracht van de mens zelf zonder rekening te houden met God. In zekere zin is dat een valse hoop. Ondanks alle welvaart en vooruitgang zijn er heel wat mensen die de toekomst niet zien zitten. Maar gelukkig, jij en ik hoeven niet hopeloos te zijn en kunnen we zelfs aan anderen het goede nieuws te vertellen dat er WEL hoop is zodat men uit die hopeloze toestand kan komen!
De bron van hoop
Hoe kunnen we deze ware hoop verkrijgen? Hoop komt in ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood. Dit is de bron, dit is de basis. Het is pure genade (=onverdiende gunst en hulp). De basis voor werkelijke, blijvende hoop is de opstanding van Jezus. Zonder de opstanding van Jezus, zou het leven hopeloos zijn. Het is de opstanding van Jezus die ons in een levende hoop brengt. Daarom is hoop het directe resultaat van de wedergeboorte. Door de Heilige Geest wederom geboren worden door geloof in Jezus Christus. 1 Petrus 1:3:
“Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden” (1 Petrus 1:3).
Goede hoop uit genade
Het is God Zelf die hoop heeft gebracht. Deze genade van God is zaligmakend (Grieks: ‘soterios’): Reddend, behoudend, verlossend. Als God niet genadig was, hadden wij geen hoop. Zonder wedergeboorte is er geen hoop op eeuwig leven. Maar omdat God een genadig God is, is er voor ons mensen goede hoop. 2 Thessalonicenzen 2:16:
“En onze Heere Jezus Christus Zelf en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad en ons een eeuwige troost en goede hoop gegeven heeft uit genade”.
Onze hoop is geworteld in de genade van God. 1 Petrus 1:3-4 zegt dat als wij wedergeboren worden dan zijn wij een “levende hoop”. Het is enorm belangrijk voor ons om dit te beseffen. Als je als een levende hoop in dit leven staat, ga je ook vrucht dragen:
1. Hoop draagt de vrucht van blijdschap voort.
“Verblijd u in de hoop” (Romeinen 12:12).
2. Hoop draagt de vrucht van liefde voort.
“Omdat wij gehoord hebben van uw geloof in Christus Jezus en van de liefde die u hebt voor alle heiligen” (Colossenzen 1:4).
3. Hoop draagt de vrucht van moed voort.
“Omdat wij dan een dergelijke hoop bezitten, gaan wij met veel vrijmoedigheid te werk” (2 Korintiërs 3:12).
4. Hoop draagt de vrucht van volharding voort.
“Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden, en zonder ophouden denken aan het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding van uw hoop op onze Heere Jezus Christus, voor het aangezicht van onze God en Vader” (1 Thessalonicenzen 1:2-3). We zien dus dat hoop volharding, vasthoudendheid, standvastigheid, uithoudingsvermogen voortbrengt. Zonder deze kwaliteiten, zouden we gemakkelijk geloof en liefde kunnen verliezen.
Hoop is erg belangrijk
Hoop is nodig om zowel geloof als liefde vast te houden. Als we geen hoop hebben, zal ons geloof steeds meer weglekken (zwakker worden) en onze liefde zal falen. Hoop is dus niet een optie waar we wel of niet voor kunnen kiezen. Het is een noodzakelijk onderdeel voor een volledig, vervuld leven als christen.
Hoop is zekerheid
Het is niet alleen belangrijk dat wij hoop hebben, maar vooral ook op wie wij onze hoop hebben gebouwd! Deze hoop, om straks door het geloof eeuwig bij Hem te zijn, is niet onzeker. Ze is verankerd; denk maar aan een schip dat vastligt in Christus. Er zit helemaal niks van ons bij. Als er iets van ons bij zou zitten, dan zou het onzeker zijn, maar nu ligt alles vast in Hem. De hoop in de Bijbel is verankerd in Gods wil, in Zijn beloften. Daarom is Bijbelse hoop: Zekerheid!
1. Zekerheid in verband met de wil van God
In Efeziërs 1:11 lezen we, dat God in alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil. Alle werken die God doet, komen voort uit Zijn wil. In de uitvoering van Zijn plannen is God niet afhankelijk van omstandigheden of van mensen.
2. Zekerheid in verband met het Woord van God
Romeinen 4:18 zegt over Abraham: “En hij heeft tegen alles in gehoopt en geloofd dat hij een vader van vele volken zou worden, overeenkomstig wat gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn".
Abraham hield zich ondanks alles vast aan het Woord en de beloften van God. Dat deed hij ook in die moeilijke periode van zijn leven toen hij de opdracht kreeg om zijn geliefde zoon Izak te offeren. Toch vertrouwde hij op Gods Woord.
3. Zekerheid in verband met de trouw van God
De Bijbel leert dat God trouw is. “Als wij hem ontrouw zijn, blijft hij ons trouw, want zichzelf verloochenen kan hij niet.” (2 Timotheüs 2:13)
Als mensen iets zeggen of beloven, is het heel belangrijk te weten wie het zegt. Een mens - hoe betrouwbaar ook - kan wel iets beloven, maar hij weet nooit of hij zijn beloften waar kan maken. Hij is van teveel factoren afhankelijk. Bij God is dat heel anders. Hij wordt niet ziek. Hij sterft niet. Bovendien heeft Hij de macht om te doen wat Hij beloofd heeft. Mensen kunnen falen en ontrouw zijn, maar God faalt nooit en is altijd getrouw.
Kennis van het Woord
Als het gaat om hoop en verwachting is het wel belangrijk dat wij Gods Woord kennen, zodat we geen verkeerde verwachtingen op na houden en daardoor teleurgesteld raken. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de Emmaüsgangers in Lukas 24. Twee volgelingen die erg verdrietig en teleurgesteld waren toen Jezus stierf: “En wij hoopten dat Hij het was Die Israël zou verlossen” (vers 21).
En Jezus sprak tot hen: “O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan?” (vers 25-26).
Ze hadden geen kennis van het woord. Nogmaals kennis van Gods woord is erg belangrijk.
Geloof en hoop
Geloof, hoop en liefde, zullen altijd blijven bestaan zegt 1 Kor. 13:13. Laten we nu gaan kijken wat de Bijbelse definitie van geloof is. Hebreeën 11:1-3 (HTB):
“Wat is geloof? Het is de zekerheid dat onze hoop werkelijkheid wordt en het is overtuigd zijn van het bestaan van dingen die je niet ziet. Vroeger hebben vele mensen vanuit dit geloof geleefd. Zij zijn ook door hun geloof bekend geworden. Door het geloof weten wij dat het heelal door een woord van God gemaakt is, dat het zichtbare uit het onzichtbare is voortgekomen.”
In de eerste plaats merken we op dat geloof iets werkelijks is. Het is niet gewoon een theorie of stelling. Geloof moet echt iets werkelijks voor ons zijn. Werkelijkheid in het Griekse betekent “de basis of het fundament van iets”. Vers 1 (Hebr. 11) zegt ons dat “het geloof een vaste grond is van de dingen die men hoopt”. D.w.z. hoop moet gebouwd zijn op geloof. En geloof op haar beurt is gebaseerd op Gods Woord. Want door het onzichtbare Woord van God is het hele universum ontstaan. Genesis 1:3 “Toen zei God: ‘Laat er licht zijn.’ En toen was er licht”. Met andere woorden: Wat wij zien, is ontstaan uit wat niet gezien kan worden (onzichtbare woord).
Dus hoop is gebaseerd op geloof en geloof is gebaseerd op Gods Woord. Geloof is iets wat we reëel op dit moment hebben. Geloof is hier en nu. Maar hoop gaat over de toekomst, hoop kijkt naar de toekomst. De hoop verwacht Jezus.
De hoop verwacht Jezus
Wat is het doel hiervan? Onze hoop heeft een doel; onze hoop moet ergens op gericht zijn. Gericht zijn op de openbaring (verschijning) van Jezus Christus. Gefocust zijn op de wederkomst van Jezus Christus in heerlijkheid.
Titus 2:11-13:
“11 De genade van God is bekend geworden, waardoor voor alle mensen eeuwige redding mogelijk werd. 12 En daardoor leren wij dat wij ons van ons slechte leven en onze zondige verlangens moeten afkeren om daarna van dag tot dag verstandig en goed te leven, met ontzag voor God. 13 Wij moeten vol verwachting uitkijken naar de tijd dat wij zijn heerlijkheid zullen zien, de heerlijkheid van onze grote God en Redder, Jezus Christus”.
Verwachting of gericht zijn heeft invloed
Wat is de invloed op ons leven van het verwachten van de zalige hoop van Jezus’ verschijning? Dat staat in vers 11: Het leert ons om de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven. Dat betekent dus dat wij ons van ons slechte leven en onze zondige verlangens moeten afkeren om daarna van dag tot dag verstandig en goed te leven, met ontzag voor God. Dat is die nieuwe levensstijl. Deze hoop op de openbaring (verschijning) van Jezus Christus heeft een geweldig effect op onze leefstijl. Het motiveert ons tot een godvruchtig leven.
Waarom leven we op die manier? Omdat we klaar moeten zijn als Christus komt, en we willen niet beschaamd staan in Zijn aanwezigheid. 1 Johannes 3:3 zegt:
“En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is”.
De hoop op Hem leidt dus tot zelfreiniging. Dus als ons geloof en hoop gefundeerd is op Gods woord, dan zal dat invloed hebben op onze manier van leven. Een verstandig en goed leven in deze tegenwoordige wereld. Als we deze ware hoop hebben, dan zullen we niet gebonden zijn aan de tijd. We zien uit naar de eeuwigheid! We worden niet angstig vanwege de rampen en moeiten van het leven in deze tijd, zoals andere mensen die niets anders hebben om naar uit te zien, die opgesloten zijn in dit leven.
Kortom
Alle hoop buiten God om, droogt op. Maar door de hoop en belofte die wij van God krijgen, mogen we straks door het geloof delen in die heerlijke erfenis die voor ons bewaard wordt en die nooit meer zal vergaan. Er zit helemaal niks van ons bij, want die hoop is verankerd in Christus. Als iemand jou zou vragen of jij dit soort hoop hebt, wat zou je dan zeggen? Richt je alleen maar op het heden, of kijk je voorbij de tijd naar de eeuwigheid? Wil je wel doorgroeien? Wil jij graag de vreugde en vrijheid hebben die deze hoop je kan geven. Straks komt Jezus terug, dan zullen we met heerlijkheid en eer gekroond worden.
Amen!
Thema: Wat is voor God een goed leven?
Thema voor vandaag is: Wat is voor God een goed leven? Hoe kunnen we God het beste eren? Vraag jij je weleens af of je wel genoeg aan je geloof doet? Ben ik oprecht op zoek naar een relatie met God? Kun je dat merken? Wat vraagt God eigenlijk van mij? Misschien zeg je, ik bid elke dag, ik lees in de Bijbel, ik bezoek de diensten, ik draag mijn steentje bij aan de collecte. Ik doe vrijwilligerswerk. Goed bezig, toch? Dat moet toch genoeg zijn, of niet?
Weet je, wij kunnen Gods liefde niet verdienen of afkopen, afdwingen. Wat Hij het liefste wil is een relatie met ons. Een diepe band met jou persoonlijk! Dat is de basis van ons geloof.
Om dat goed te begrijpen wil ik jullie wederom meenemen naar de geschiedenis van Israël in het Oude Testament. De geschiedenis van Israël is voor ons heel belangrijk. Waarom? Omdat Israël is voor alle volken een getuigenis van Gods trouw. 2 Timotheüs 2:13 zegt: “Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet”.
Laten we lezen uit Micha 6:
1 Hoor toch wat de HEER zegt! Sta op, laat de bergen uw rechtsgeding horen, laat de heuvels getuige zijn. 2 Luister, bergen, naar het pleidooi van de HEER, hoor toe, onwrikbare fundamenten van de aarde. De HEER heeft een geschil met zijn volk, hij klaagt Israël aan: 3 'Mijn volk, wat heb ik je misdaan? Waarmee heb ik je gekweld? Antwoord mij! 4 Ik heb je weggeleid, bevrijd uit de slavernij in Egypte. Ik zond Mozes, Aäron en Mirjam om jullie voor te gaan. 5 Ben je dan vergeten, mijn volk, wat Balak besloot, de koning van Moab, wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde? Ben je vergeten wat er gebeurde tussen Sittim en Gilgal? Ken je de gerechtigheid van de HEER niet meer?' 6 'Wat kan ik de HEER aanbieden, waarmee hulde brengen aan de verheven God? Moet ik hem tegemoet treden met brandoffers, zou hij eenjarige stieren aanvaarden? 7 Kan ik hem gunstig stemmen met duizenden rammen, met olie, stromend in tienduizend beken? Moet ik mijn oudste kind geven voor wat ik heb misdaan, de vrucht van mijn schoot voor mijn zondig leven?' 8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. 9 Hoor, de HEER roept tot de stad-wie wijs is heeft ontzag voor uw naam. Hoor het striemen van de roede: wie zou er dan nog voor haar getuigen? 10 Zou ik geen aandacht schenken aan de schatten in het huis van een gewetenloos mens, schatten door onrecht verkregen, of aan die ondermaatse efa, die om vergelding schreeuwt? 11 Zou ik een onzuivere weegschaal, een buidel met valse gewichten door de vingers zien? 12 De rijken van de stad zijn een en al geweld, haar inwoners zijn bedriegers, ze hebben een leugenachtige tong. 13 Daarom ook ben ik begonnen je te slaan, je te treffen vanwege je zonden. 14 Nu zul je eten maar niet verzadigd worden, en je darmen raken verstopt. Wat je opbergt kun je niet behouden, en wat je wel behoudt laat ik ten prooi vallen aan het zwaard. 15 Je zult wel zaaien maar niets oogsten, je zult olijven persen maar je niet met olie inwrijven, je zult druiven treden maar geen wijn drinken. 16 Jullie houden je graag aan de bepalingen van Omri en aan de besluiten van het huis van Achab, jullie volgen hun raad. Daarom maak ik van jullie, inwoners van de stad, een afschrikwekkend voorbeeld en een voorwerp van spot, en je zult de schande van mijn volk dragen.
Ik wil de nadruk leggen op Micha 6:8:
Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten
en nederig de weg te gaan van je God.
Hoe was de situatie in Israël?
In de tijd van Micha dacht men dat de Heer wel blij was met al hun offers en hun tempeldiensten. Wie was Micha. Micha was een profeet uit de achtste eeuw voor Christus. De Hebreeuwse naam Micha betekent 'wie is als JAHWEH?'. Hij leefde en woonde in een tijd waarin het land Israël uiteengevallen was in twee koninkrijken: Israël in het noorden, met als hoofdstad Samaria, en Juda in het zuiden, met als hoofdstad Jeruzalem. Die splitsing was ontstaan na onenigheid over de opvolging van koning Salomo.
In het jaar 722 v.Chr. werd het koninkrijk Israël veroverd door Assyrië, dus je raadt het al, het koninkrijk Juda werd het volgende slachtoffer. Micha profeteerde in deze woelige tijd tegen Juda en Jeruzalem. Hij verkondigde de ondergang van de stad. De stad zou vernietigd worden als straf voor de inwoners vanwege het gebrek aan eerbied voor de HEER en het gebrek aan sociale gerechtigheid. Grootgrondbezitters, machthebbers, rechters en priesters die verkeerd leefden en andere mensen onderdrukten. Hij verkondigde dat Gods heil afhankelijk is van het gedrag van het volk. Micha’s boodschap is dat de houding van mensen heel belangrijk is.
(Profeten:)
Micha behoorde tot de categorie kleine profeten in het Oude Testament. Wat was de taak van een profeet? Profeten waren heel speciale mensen. Zij waren een soort doorgeefluik zodat God via de profeet kon spreken tot het volk. Profeten werden gebruikt om gebeurtenissen aan te kondigen die in de toekomst zouden gebeuren, om aan het volk te laten weten dat Hij niet tevreden was hoe ze leefden. Weet je, een profeet kijkt verder dan zijn neus lang is. Een profeet kijkt door de dingen heen. En als de mensen in latere tijden de neiging hadden om de geboden te vergeten, zond God een profeet om hen er aan te herinneren aan wat God van hen vraagt. Vaak lezen we in de Bijbel dat het volk Israël ongehoorzaam was aan God en een profeet had dan als taak om het volk te waarschuwen dat ze op de verkeerde weg waren. Profeten hadden dus een lastige taak, want de boodschap van God werd hun niet in dank afgenomen. In plaats van Gods woorden ter harte te nemen, haten ze de brenger van Gods boodschap.
Wat ziet Micha om zich heen? In zijn de dagen was koning Hizkia aan de macht. De tempeldienst werd elke dag gehouden. Het was een komen en gaan van mensen. Er waren voldoende priesters en levieten die dienst deden in de tempel te Jeruzalem. Alles gaat precies zoals het was voorgeschreven. Er worden offers gebracht en onderwijs gegeven. Er wordt volop gezongen, gebeden en gevierd. Goed bezig die jongens, zou je zeggen. Maar wat was er eigenlijk aan de hand: Niet dat ze de tempeldienst verwaarlozen of de sabbat niet vieren of te weinig offeren, maar dat ze zich niets aantrekken van Gods geboden.
Hoor wat Micha eerder zei Micha 2: 7-9: “Jullie gedragen je slecht. Jullie zijn de vijanden van mensen die in vrede willen leven. Als iemand rustig voorbijloopt, pakken jullie zijn jas af. Jullie jagen vrouwen weg uit de huizen waar ze gelukkig zijn. En jullie maken hun kinderen voor altijd ongelukkig.”
“Er is niemand meer die eerlijk is. Iedereen gebruikt geweld, iedereen probeert anderen in de val te laten lopen. De mensen zijn goed geworden in kwaad doen. Ambtenaren en rechters laten zich omkopen in rechtszaken. En mensen met veel invloed zeggen in een rechtszaak wat voor henzelf het beste is. Zo zorgen ze er met z’n allen voor dat er op een oneerlijke manier rechtgesproken wordt. De eerlijkste van hen is nog gemener dan de stekels van een doornstruik” (Micha 7: 2-4).
Wat een misstanden allemaal, volksleiders en priesters die slechts werken voor geld en hun vertrouwen stelden op welvaart en zwarte magie noem maar op. Kortom: Geweld, bedrog, machtsmisbruik en afgodendienst.
(Gods pijn)
En dat deed God heel veel pijn. Daarom stelde Hij die persoonlijke vraag aan Zijn volk: “Wat heb ik je misdaan? Waarmee heb ik je gekweld? Antwoord mij!” (Micha 6:3). Je proeft Gods pijn, Zijn verdriet over de ontrouw van zijn kinderen. Hij herinnert ze aan zijn grote daden, Ik ben alleen maar goed geweest voor jullie, Ik heb me altijd ingezet voor jullie welzijn? Ik heb jullie weggeleid, bevrijd uit de slavernij van Egypte.
En ben je vergeten wat er gebeurde tussen Sittim en Gilgal? Ja, wat was dat ook al weer? Jozua 3 en 4. Bij Israël was dat in het geheugen gegrift! Tussen Sittim en Gilgal: Toen men aankwam in het beloofde land! De plaats waar God het verbond van trouw met Israël sloot. Tussen Sittim en Gilgal richtte het volk daar twaalf gedenkstenen op. Voor elke stam één, zodat ze het nooit zouden vergeten. En moet je kijken wat jullie er nu van maken! Waar is het fout gegaan? Ken je de gerechtigheid van de Heer niet meer? (Micha 6:4-5)
Broeders en zusters, hebben wij ook van die tekens, gedenktekens in ons leven? Natuurlijk, hoor ik iedereen zeggen. Er zijn overal gedenkstenen opgericht voor van alles en nog wat, tekens van Gods trouw. Tel uw zegeningen keer op keer. Keer op keer.
(Oordeel)
God is een God van trouw, dat lied zingen we regelmatig: God van trouw, U verandert nooit. Het volk Israël dreigt bestraft te worden als men het verbond niet eerbiedigt en JAHWEH niet erkent als de enige God. Ook Jeruzalem en zelfs de Tempelberg zullen dan niet gespaard blijven. Alleen als men zich bekeert zal de zegen van vroeger weer terugkeren. Israël wordt geroepen om eerlijk naar zichzelf te kijken. Dat is belangrijk. Om eens goed in de spiegel te kijken, lieve mensen. Om oprecht te kijken: Hoe ziet mijn leven er eigenlijk uit? Hoe ziet mijn leven eruit in het licht van God?
De vraag die in Micha 6 aan de orde is: Hoe kunnen we God het beste eren? Hoe wil Hij graag geëerd worden door zijn kinderen? Had God dat niet al heel helder uitgelegd aan Mozes? Mozes had een hele generatie moeten opvoeden met de geboden en het volk ingewijd in een leven zoals God het graag wilde. En daarom zegt Micha in zijn betoog: Jullie weten toch allang wat jullie te doen staat. Lees de Tora! Zegt Deuteronomium 10 niet: Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor Hem toont, dat u de weg volgt die Hij u wijst, dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan zal het u goed gaan.
(Hoe)
Hoe zal Israël het goed maken? Hoe kunnen we het weer goedmaken met God? Wat kan ik de HEER aanbieden, waarmee kunnen we Hem hulde brengen? Heel bedroevend hoe men op die aanklacht van hun God reageert. Niet met angst en beven, en met de vraag hoe het dan moet, en dat ze hun kwaad inzien en zich daarvan willen bekeren en vergeving vragen. Nee, eigenlijk proberen ze God om te kopen met nog meer offers. En dan halen ze alles uit de kast. Want ze denken dat God een voor-wat-hoort-wat-god is, dat ze Gods gunst moeten terugverdienen: “Moet ik Hem tegemoet treden met brandoffers, van stierkalveren, duizenden rammen, tienduizenden oliebeken?” Het meest schokkende is dat ze zelfs kinderen willen opofferen als het moet; dat doet men in de afgodendienst!! Heidense praktijken! O wat erg!
Wat kan ik de HEER aanbieden? Door veel offers te brengen stem je God toch wel gunstig, denken ze. “Helemaal niet,” zegt Micha. De Heer vraagt niks anders dan gehoorzaamheid. Heel bijzonder is het aanspreken in Micha 6:8. “Er is jou, mens, gezegd wat goed is”. Het woord “mens”. God richt zich hier heel persoonlijk tot elk van ons. Niet alleen tot het volk Israël, maar tot elk mens, tot ons heel persoonlijk. God maakt ons telkens weer duidelijk wat voor Hem belangrijk is. Niet om de uiterlijke godsdienstigheid. Hij heeft het ons bekend gemaakt door Mozes, door de vroege profeten, en niet te vergeten door het onderwijs van Jezus Christus.
Hoe kunnen we God eren:
We kunnen God eren door Hem lief te hebben en tot zegen zijn voor de mensen om ons heen. Dat is de weg naar het goede leven. Micha laat zien dat er drie dingen belangrijk zijn:
1. Recht doen
2. Trouw zijn
3. Nederig wandelen met God
Recht doen:
Als wij worden geroepen om recht te doen, worden we daarom geroepen om het karakter van God te weerspiegelen. Om op te komen voor zwakken en verdrukten, om eerlijk en oprecht te zijn, vanuit het Vaderhart van God. Maar eerst moeten we innerlijk groeien in een rechtvaardige houding, om vervolgens rechtvaardige daden te stellen.
Trouw zijn:
Trouw heeft alles te maken met wie God zelf is. Hij is de God die zich houdt aan zijn verbond met Zijn kinderen: Hij is er voor hen, altijd. Als we geroepen zijn om Gods trouw te weerspiegelen door trouw te zijn, dan doen we dat door liefdevol om te gaan met wie God in je leven brengt. Zo worden we geroepen om trouw lief te hebben, geduldig te zijn in relaties, kunnen vergeven, kunnen volhouden, ook als het gaat om mensen waarmee je moeite hebt.
Nederig wandelen met God
De weg van God gaan, de weg met God gaan. Nederigheid is de voedingsbodem voor recht doen en trouw zijn. Je zou kunnen zeggen dat recht doen en trouw liefhebben gevoed worden door het nederig wandelen met God, de vertrouwelijke omgang met God.
Wat kunnen we uit dit verhaal leren?
Als we gehoor willen geven aan het appel van de profeet Micha, dan moeten we beseffen dat goed leven begint met: God kennen in Zijn grootheid, d.w.z. in Zijn grote rechtvaardigheid en Zijn grote trouw en dat wij groeien in een nederige houding. Een houding van dienstbaarheid en verbondenheid. Het heeft te maken met mentaliteit, met karaktervorming. De vraag voor ons allemaal is: Kennen we dat van binnenuit? In Micha 6 vers 8 wordt elk mens - ook vandaag nog - opgeroepen tot niets anders dan: Recht doen, trouw betrachten en nederig de weg van God te gaan. De vraag is ook niet of je het weet, maar of je het wilt.
(VOOR WAT HOORT WAT)
Broeders en zusters, ons geloof is niet een VOOR WAT HOORT WAT GELOOF? Doen wat je kunt om Gods liefde te verdienen en daardoor een plaatsje in de hemel te bemachtigen, terwijl je diep van binnen niet zeker van bent dat dat voldoende is? Jij en ik zouden het niet redden. Niet als het van ons afhangt, maar wel als het van Hem afhangt. Daar is heel wat anders voor nodig. Wat dan? Daar is Iemand anders voor nodig. En als ook de profeten niet genoeg zijn zendt God uiteindelijk zijn eigen Zoon: Jezus Christus. En zo vernieuwt God weer het verbond. Jezus zei het bij het avondmaal toen Hij de wijn gaf: “Dit is het nieuwe verbond, dat door mijn bloed gesloten wordt.”
En ook Jezus wil ons mensen leren en leiden naar het goede leven zoals God het bedoelt. Hij gaf ons het voorbeeld. Hij noemt zo’n leven het koninkrijk van God.
Tot slot
In Hosea 6:6 zegt de Heer: “Want liefde wil ik, geen offers; met God vertrouwd zijn is meer waard dan enig offer.”
Back to basic – we moeten terug naar de basis. God heeft er nooit een geheim van gemaakt, wat Hij van mensen vraagt, wat Hij graag wil dat we doen!
Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten
en nederig de weg te gaan van je God. (Micha 6:8)
Dat deed Jezus ook. God wil jou gebruiken voor goede dingen in de wereld. Vanuit een relatie met God leren we steeds meer over God en ook over onszelf. Hij kan ons rust en wijsheid geven als het moeilijk is. Als we in Hem blijven, kan Hij ons steeds meer gebruiken voor de goede dingen die Hij wil doen in de wereld.
Broeders en zusters, zijn ook wij niet door de Heer bevrijd? We zijn ons misschien niet altijd van bewust wat een grote vrijheid wij hebben ontvangen door het evangelie van Jezus Christus. Hij heeft ons bevrijd van zonde. En daardoor kunnen we werkelijk in vrijheid leven. Hij ging voor ons uit en wij mogen zijn weg gaan. Dat geeft ons een grote innerlijke vrijheid. Dat maakt ons vrij om het goede te doen voor anderen.
Beseffen we genoeg hoe bijzonder de boodschap is van het evangelie van Jezus Christus? Het is eigenlijk niets anders dan leven uit genade. Neem de gezindheid van Christus aan en laat je leiden door zijn Geest. En dan ontdek je, ook in jouw leven, wat goed is. Zo kom je op het spoor wat God van je wil. Niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.
Amen!
AI Website Software